Coronavaccin lijkt werkzaam bij groot deel van de nierpatiënten, maar voorzichtigheid blijft geboden


Translate
Select the tekst you want to translate and then choose ‘Translate’. You can choose to listen or to read the translated text.

Gepubliceerd op 17 augustus 2021

Sinds begin dit jaar doet het samenwerkingsverband RECOVAC onderzoek naar de werkzaamheid en veiligheid van coronavaccinatie bij nierpatiënten. Wat is er inmiddels bekend? En wat hebben deelnemende nierpatiënten aan de uitslag over hun antistoffen?

We spraken hierover met prof. dr. Marlies Reinders. Zij is hoogleraar niertransplantaties aan het ErasmusMC, en als onderzoeker betrokken bij RECOVAC.

Waarom is RECOVAC belangrijk?

Reinders: "COVID-19 is extra gevaarlijk voor nierpatiënten. De sterfte onder mensen met COVID-19 én ernstig verminderde nierfunctie, dialyse of een donornier is drie tot vier keer hoger dan onder covid-patiënten zonder nierschade.

Bij gezonde mensen zorgt vaccinatie ervoor dat veel minder mensen covid-19 krijgen. En wie ondanks vaccinatie de ziekte toch krijgt, heeft veel minder kans om ernstig ziek te worden of te overlijden.

Of dit ook opgaat voor nierpatiënten is onduidelijk. Daarom onderzoeken we binnen RECOVAC de werkzaamheid en veiligheid  van vaccinatie bij verschillende groepen nierpatiënten. Met de resultaten kunnen we mogelijk de vaccinatiemethoden zo verbeteren, dat die beter beschermen tegen covid-19."

Hoe is RECOVAC opgezet?

"RECOVAC bestaat uit drie studies. Voor de Registratiestudie analyseren we data uit grote registratiesystemen over niertransplantatie- en dialysepatiënten. Dit vertelt ons hoeveel nierpatiënten ondanks vaccinatie toch covid-19 krijgen, en hoe ernstig dat verloopt.

De immuunresponsstudie gaat na of nierpatiënten na vaccinatie afweer ontwikkelen. Zo'n 850 deelnemers zijn hierbij betrokken: nierpatiënten met ernstig verminderde nierfunctie, dialysepatiënten, transplantatie patiënten en een controlegroep met gezonde mensen. De overheid (ZonMw) subsidieert deze twee studies.

Verder is er de antistofstudie. De Nierstichting financiert die studie, wat is mogelijk gemaakt dankzij een gift van het Piet Poortman Fonds. Hiervoor meten we bij ruim 5.000 mensen met ernstig verminderde nierfunctie, dialyse of transplantatie hoeveel antistoffen zij aanmaken na vaccinatie. En ook wie van hen ondanks vaccinatie toch covid-19 krijgt. Zo kunnen we uitvinden of de hoeveelheid antistoffen na vaccinatie een betrouwbare maat is voor bescherming  tegen corona. En of er misschien een drempelwaarde is: een minimale hoeveelheid antistoffen die je nodig hebt om beschermd te zijn.

Bij de immuunresponsstudie en de antistofstudie meten we de antistoffen in het bloed op 28 dagen en 6 maanden na vaccinatie; we volgen de deelnemers tot 2 jaar na de vaccinatie.

Zijn er al resultaten?

"Zeker. Uit de eerste metingen van de immuunresponsstudie blijkt dat vrijwel alle mensen met ernstig verminderde nierfunctie antistoffen aanmaken. En bijna alle dialysepatiënten ook. In procenten gemeten was het bijna even hoog als in de gezonde controlegroep.

De hoeveelheid antistoffen varieert wel behoorlijk en is met name bij dialysepatiënten gemiddeld wel wat lager dan bij de controlegroep. Ook maken de nierpatiënten gemiddeld wat minder afweercellen tegen coronavirus aan (T-cellen).

Hoe was de afweerreactie bij transplantatiepatiënten?

Van de transplantatiepatiënten maakt een kleiner deel antistoffen aan, slechts 57%. En bij degenen die wel antistoffen aanmaken, is de hoeveelheid veel minder dan bij de gezonde controlegroep. Van alle nierpatiënten hebben transplantatiepatiënten ook de minste specifieke afweercellen (T-cellen tegen het coronavirus). Transplantatiepatiënten hadden overigens na de vaccinatie ook het minste last van bijwerkingen zoals koorts, spierpijn en koude rillingen.

Vaccinatie levert in een groot deel van de transplantatiepatiënten dus maar een beperkte afweerreactie op. Dat komt door medicatie die afstoting voorkomt. En bij één bepaald medicijn, mycofenolaatmofetil (ook bekend als CellCept), lijkt dit effect sterker dan bij andere medicijnen."

Wat betekenen deze resultaten voor de praktijk?

"Voor nierpatiënten die getransplanteerd gaan worden, is het belangrijk om zich indien mogelijk  vóór de transplantatie te laten vaccineren. De afweerreactie is dan beter en sterker.

Daarnaast hebben we andere vaccinatiemethoden nodig voor niertransplantatiepatiënten, zodat ook zij een betere en sterkere afweerreactie krijgen. Uit de eerste internationale onderzoeken blijkt dat bij sommige patiënten een derde vaccinatie (een booster) kan zorgen voor een verbeterde afweerreactie. We zijn als nierspecialisten in gesprek met onder meer het RIVM en het Ministerie van VWS om aan alle transplantatiepatiënten een derde vaccinatie te kunnen geven.

En we willen uitzoeken welke vaccinatiemethoden het beste werken. Daarom is een nieuwe studie in voorbereiding: de RECOVAC-Booster-studie. We willen hierin verschillende methoden van vaccineren vergelijken: een derde vaccinatie met een regulier vaccin (mRNA-vaccin), een dubbele dosis van een derde vaccinatie en een ander vaccin (vector-vaccin).

Verder willen we nagaan bij transplantatiepatiënten met weinig risico op afstoting of een korte onderbreking van het anti-afstotingsmedicijn mycofenolaatmofetil helpt."

Deelnemers aan de studies krijgen de uitslag over de hoeveelheid antistoffen in hun bloed. Sommige deelnemers kregen die snel, anderen niet. Daar kwamen vragen over op sociale media.

"De deelnemers van de immuunresponsstudie kregen de uitslag het eerst. Bij hen werd bloed afgenomen in het ziekenhuis en verstuurd naar het RIVM voor metingen. Bij de antistofstudie duurt het langer. Dat komt doordat deze studie later startte, en een andere werkwijze heeft. Deelnemers nemen zelf bloed af via een vingerprik, en sturen het monster op. Wij verzamelen de inzendingen, en sturen die in grote aantallen naar Sanquin voor metingen. In augustus krijgen ook deze mensen hun uitslag.

Sommige mensen overwegen om hun antistoffen ergens anders te laten meten, zoals bij een commerciële aanbieder. Maar de uitslag van dit soort testen zegt niet alles. Het is bijvoorbeeld vaak onduidelijk wat ze precies meten. Verder is het niet bekend hoeveel antistoffen, gemeten op een willekeurig moment na vaccinatie, nodig zijn voor een goede bescherming. Daarom gebeurt antistofmeting alleen voor wetenschappelijk onderzoek en niet als onderdeel van patiëntenzorg."

Ongeacht of iemand veel of weinig antistoffen heeft, adviseert RECOVAC hetzelfde: houd je aan de maatregelen en wees voorzichtig met contacten. Waarom?

"We moeten zeer alert blijven op nieuwe covid-19-infecties bij nierpatiënten, met name dus bij transplantatiepatiënten. De relatie tussen de afweerreactie na de vaccinatie en de bescherming tegen covid-19 is nog niet helemaal duidelijk, zeker niet voor nieuwe virusvarianten. Uit andere onderzoeken weten we weliswaar dat bij meer antistoffen, er een lager risico is om ziek te worden. Maar het advies aan elke nierpatiënt is toch om zich te houden aan de maatregelen van de overheid en voorzichtig te blijven in contacten met anderen, omdat covid-19 zo gevaarlijk is voor nierpatiënten. Ik snap zeker dat dit geen fijne boodschap is voor nierpatiënten. Maar het is wel een belangrijke, en die geldt ook voor gezonde mensen."

In de uitnodigingsbrief voor deelname aan de studies werd al vermeld dat deelnemers zouden vernemen of ze antistoffen aanmaken na vaccinatie. Daar stond ook bij: 'Hierdoor kunt u een indruk krijgen hoe effectief de vaccinatie bij u zelf is geweest'. Dat wekt de indruk dat de uitslag wel aangeeft of het vaccin veiligheid biedt.

"We begrijpen dat covid-19 angst en beperkingen met zich meebrengt. En verlangen naar veiligheid. Als artsen en onderzoekers leven we ook enorm mee. Het aanmaken van antistoffen geeft ook zeker een indruk van de mate van bescherming: de aanwezigheid van antistoffen geeft een lager risico op ziekte. Maar het is helaas geen garantie voor bescherming en volledige veiligheid. We weten bovendien niet hoe lang de afweerreactie aanhoudt. Ook weten we niet in hoeverre een bepaalde hoeveelheid antistoffen beschermt tegen nieuwe virusvarianten. We zullen daar in het webinar van 24 augustus nog verder op ingaan."

Meer over RECOVAC