Nieuwe column: In tegenspoed


Translate
Select the tekst you want to translate and then choose ‘Translate’. You can choose to listen or to read the translated text.

Gepubliceerd op 27 februari 2020

Een eerste column en dus een eerste kennismaking. Het gevoel dat je op schoolreis gaat. Iedereen kan dat gevoel moeiteloos oproepen, het spannende onbekende, om van de kleffe broodjes in de tas maar te zwijgen. Broodjes die overigens bij de eerste bocht al ter hand werden genomen.

Maar dit wordt een heel ander ‘schoolreisje’.

In mijn columns neem ik u mee in mijn komende avontuur, als ik het zo mag noemen. Ik ga – met een beetje geluk – een van mijn nieren doneren aan mijn man John.

Laat ik me eerst even voorstellen. Mijn naam is Marike, 56 jaar, basisschoollerares, getrouwd met John. We hebben een samengesteld gezin. Ik ben moeder van 3 kinderen en oma van 4 kleinkinderen. Een vijfde is onderweg.

John is vader van 3 kinderen. Inmiddels zijn alle kinderen de deur uit en genieten we sinds 3 maanden van ons nieuwe huis. Overigens zou ik iedereen een verhuizing afraden in een situatie als die van ons, daarover een volgende keer meer.

Toen John en ik een relatie kregen was John al nierpatiënt. Door een jarenlange hoge bloeddruk is zijn nierfunctie onomkeerbaar achteruit gegaan, zijn enige vooruitzicht was dialyse of een niertransplantatie.

Hij zei natuurlijk niet al bij de eerste ontmoeting: ‘Hai, ik ben nierpatiënt’

Uiteraard zei hij niet als openingszin bij onze eerste ontmoeting: ‘Hai, ik ben John. Ik ben nierpatiënt, wil jij mijn donor zijn?’ Toch was het voor mij al vrij snel in onze relatie een uitgemaakte zaak: ik wil met deze man oud worden en zonder daar verder over na te hoeven denken, was voor mij meteen duidelijk dat ik een nier wil doneren. Waar ik eerder lichtelijk huiverde bij het idee van het doneren van organen, staat het nu als een paal boven water. Dit is wat ik wil gaan doen.

Mijn omgeving reageerde over het algemeen zeer positief, maar ook bezorgd. ‘Wat als ooit 1 van je kinderen een nierziekte krijgt?’ of ‘Stel je voor dat je nier wordt afgestoten.’ Tja, dat zijn allemaal mogelijkheden, maar hierdoor laat ik me niet leiden. Ik ga samen met John dit traject aan. Wat komt, dat komt. Samen redden we het.

Bij de keuze voor dit traject en het besef van de ernst van John’s ziekte, hoort ook een andere levenswijze. Waar ik eerder best snel naar het busje zout greep, blijft dat nu in de kast staan. Waar in het verleden de medicijnkast werd opengetrokken bij een pijntje of kwaaltje, wordt nu bewust gekozen voor een alternatief. Ook de huisarts heeft een andere rol gekregen, want waar bijvoorbeeld bij een ontsteking diclofenac wordt voorgeschreven, wordt nu een medicijn voorgeschreven dat wel door de lever wordt opgeruimd.

En of mijn nier daadwerkelijk geschikt is? De tijd zal het leren. Maar tot dat moment neem ik geen enkel risico.

Marike Burgers wil een nier aan haar man John doneren. Ze neemt u mee in dit ‘avontuur’ en haar leven met een zieke partner. Marike’s columns verschijnen ook in ons ledenblad Wisselwerking.