Pneumokokkenvaccin belangrijk voor transplantatiepatiënten
Gepubliceerd op 12 november 2020
Dit jaar is de inenting tegen de pneumokokkenbacterie voor het eerst opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Ouderen krijgen daarvoor een oproep. Bent u nierpatiënt en krijgt u een oproep, ga de vaccinatie dan halen. Dit adviseert het LONT, Landelijk overleg transplantatiecentra.
De pneumokokkenbacterie kan een longontsteking veroorzaken. Bij patiënten met afweeronderdrukkende medicatie is het risico daarop ongeveer 30 keer hoger dan bij niet-getransplanteerde leeftijdsgenoten. Het LONT adviseert daarom transplantatiepatiënten die langer dan 6 weken geleden een nier, pancreas, of eilandjestransplantatie hebben gekregen, zich te laten inenten.
Overigens kan het zijn dat bij transplantatiepatiënten de vaccinatie niet voldoende werkt. De afweeronderdrukkende medicijnen die zij nemen, kunnen het opbouwen van geheugen van het immuunsysteem (de zogenaamde vaccinatierespons) remmen.
Vaccinatie binnen 6 weken na transplantatie is daarom minder zinvol, patiënten krijgen dan nog een hoge dosering afweeronderdrukkende medicijnen.
Bijwerking
De pneumokokkenprik kan wat roodheid, pijn, of zwelling geven, maar is niet schadelijk voor getransplanteerde patiënten.
Hoe werkt het?
Mensen die geboren zijn tussen 1941 en 1947 krijgen een oproep voor de pneumokokkenvaccinatie.
Overleg met uw arts
Bent u net getransplanteerd, overleg dan met uw behandelaar over de timing. Misschien kunt u aan het einde van het prikseizoen nog een vaccinatie krijgen, zodat de kans op werking groter is.
Hebt u eerder een pneumokokkenprik gehad, overleg dan met uw arts of een nieuwe nodig is.