Als de dokter huilt
Laatst had ik een intens gesprek met een collega van een andere afdeling. Zij was betrokken bij een ingrijpende gebeurtenis: een patiënt overleed door een complicatie van een ingreep.
De familie was enorm verdrietig. Verpleegkundigen en artsen probeerden in een gesprek uit te leggen wat er was gebeurd. Maar de familie reageerde boos en gaf de zorgverleners de schuld. Dit raakte haar collega’s diep: één van hen barstte zelfs in tranen uit.
Als zorgverlener wil je het beste voor je patiënt, je wilt goed doen, je wilt helpen. De boosheid van de familie raakte haar in de kern van dokter-zijn.
Door deze gebeurtenis gingen we in gesprek met elkaar over emoties op onze werkvloer: ‘mag’ je als zorgverlener je gevoelens laten zien aan een patiënt of familie? Of zou dat hen juist kwetsen?
‘Een aantal patiënten ken ik al jarenlang. Wanneer zij met ingrijpende tegenslagen te maken krijgen, raakt mij dat enorm’
Hier zijn geen richtlijnen voor en voor elke patiënt of naaste zal iets anders goed kunnen voelen. Sommige gebeurtenissen in het leven van patiënten zijn zo aangrijpend dat ze je ook als mens raken.
En sommige patiënten ken ik al jarenlang, waardoor die tegenslagen extra hard binnenkomen. Zo ken ik Natasja Bakker al negen jaar, al sinds haar niertransplantatie.
Na de operatie is ze gescheiden, kreeg ze een nieuwe relatie en startte ze een eigen bedrijf. Daarbij worstelt ze er af en toe mee dat ze chronisch nierpatiënt is. Ze wordt dan opstandig en boos op ‘alles’ en geeft even de brui aan haar gezonde leefstijl.
In schoolvakanties – eerst die van de basisschool, later in die van de middelbare school – kwam haar dochter mee naar mijn spreekuren. Op mijn vraag ‘Hoe gaat het ermee?’ barst Natasja vandaag in huilen uit.
Haar dochter had alle contact verbroken en was bij haar nieuwe vriendje gaan wonen. ‘Ik voel hoe de tijd tikt, dokter. Elke dag dat ik haar niet zie, is een dag weg van de kostbare tijd die ik met haar kan doorbrengen. Want vanwege al mijn gezondheidsproblemen weet ik dat ik geen 60 zal worden.’
Natasja piekerde hier inmiddels al maanden over, sliep amper en was door de stress een paar kilo afgevallen. Ze keek me door een waas van tranen bedroefd aan. Het leek ons beiden verstandig een psycholoog om hulp te vragen.
Voordat ik de volgende patiënt binnenriep, slikte ik even. De brok in mijn keel moest weg.
De namen van de patiënten in deze columns zijn verzonnen vanwege privacyredenen.

Margriet de Jong is internist-nefroloog bij het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij richt zich met name op transplantatienefrologie en ‘zwangerschap en nierziekten’.
De columns van dokter Margriet verschijnen ook in ons tijdschrift Nier Magazine