Leverworst en paté zijn nu echt passé

Een vraag die veel nierpatiënten mij stellen, is: ‘Hoe zit het met voeding?’ Voor mensen die een transplantatie hebben gehad, gaat het vaak over wat ze wel en niet mogen eten nu zij afweerremmende anti-afstotingsmedicatie gebruiken. Want om te voorkomen dat je ziek wordt, terwijl je afweer door de medicijnen wordt onderdrukt, is het belangrijk infecties te voorkomen. Dat betekent dus veilig eten en drinken.

Het begint ermee dat je bij het kopen van etenswaren extra let op de houdbaarheidsdatum, groente en fruit goed wast onder stromend water en rauwe producten niet in contact laat komen met klaargemaakt eten. Zeg nou zelf, dit klinkt als goed te doen.

Heel belangrijk in het rijtje adviezen is vooral geen rauw vlees, kip, eieren en vis te eten. ‘Maar dokter’, zei een patient onlangs tegen mij: ‘Ik ben zo ontzettend dol op biefstuk!’ Gelukkig voor hem werd zijn transplantatie al meer dan een jaar geleden uitgevoerd. Tot dusver ging alles helemaal goed. Zijn medicatie hadden we in dat jaar kunnen afbouwen naar de onderhoudsdoseringen en zijn eigen afweer zal dus wat sterker zijn dan toen hij nog – net na de operatie – hoge doseringen anti-afstotingsmedicijnen nodig had. Met sommige voedingsadviezen hoef je na 1 jaar iets minder strikt te zijn.

Meneer zou best wel weer eens een half doorbakken biefstukje mogen eten. We hebben verder uitgebreid besproken dat het eigenlijk over kansberekening gaat: rauw vlees kan altijd een infectie tot gevolg hebben. De hygiëne tijdens het bereiden is dan ook erg belangrijk. Meneer liep na dit consult opgewekt de kamer uit. De feestdagen komen en hij wist wel waar hij zichzelf op zou trakteren.

Een minder opgewekt verhaal komt van de 45-jarige meneer Landman. Het is inmiddels 8 jaar geleden dat hij een gecombineerde lever-niertransplantatie heeft ondergaan. Ik zag hem op de poli en zijn nier en lever functioneerden  uitstekend. Maar zijn leverwaarden waren plots hard gestegen. Ik liet extra onderzoek doen. En dat toonde aan dat hij ziek bleek te zijn door hepatitis E. ‘Dokter, ik moet eerlijk zijn,’ zei hij wat beschaamd. ‘Ik heb eigenlijk de laatste maanden met regelmaat weer pate en leverworst gegeten.’

Ik was er toch even stil van. Want dit zijn nu net de producten die je, zelfs als een transplantatie al van lang geleden is, zeker NIET moet eten. Juist omdat dit risico op hepatitis E bestaat. Bij meneer Landman was een stevige behandeling tegen hepatitis E noodzakelijk. Pas na maanden verdween het virus uit zijn bloed en waren zijn leverwaarden weer hersteld. Zijn nier bleef het gelukkig goed doen.

Deze pittige maanden waren voor meneer een heldere les: leverworst en paté zijn nu echt voorgoed passé.